Drie Belgische klimaatactivisten die in 2022 het schilderij 'Meisje met de parel' in het Mauritshuis beschadigden krijgen in hoger beroep toch geen straf opgelegd. De rechtbank had hen eerder wel veroordeeld tot twee maanden gevangenisstraf, waarvan een maand voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De drie gingen tegen de uitspraak in hoger beroep.

Op 27 oktober 2022 beschadigden Wouter M., Pieter G. en David S. de glasplaat en de lijst van het beroemde schilderij van Johannes Vermeer, als protest tegen de klimaatcrisis. Het schilderij moest hierdoor tijdelijk uit het Mauritshuis worden weggehaald. Het Gerechtshof Den Haag erkent in het hoger beroep in deze zaak dat hiervoor "een straf in beginsel op zijn plaats is", maar ziet daar toch van af "vanwege diverse omstandigheden".

De activisten lijmden zich vast tegen de glasplaat en achterwand van het schilderij. Daarna gooide één van de activisten een rode substantie over een mede-activist en riep enkele leuzen. De derde activist filmde de actie. "De actie van de Belgische mannen heeft in de maatschappij een grote impact gehad", vindt het hof. "Deze wijze van meningsuiting en actievoeren heeft een onnodig grote inbreuk gemaakt op de rechten en belangen van anderen."

Vrijheid van meningsuiting

Hoewel een straf in beginsel gepast is voor de actie, legt het hof de activisten toch geen straf of maatregel op. "Het hof is van oordeel dat het strafrechtelijk ingrijpen niet zó ingrijpend mag zijn dat het een ontmoedigende werking heeft op mensen die van hun recht op vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vreedzame vergadering gebruik willen maken in het kader van een protestactie."

De activisten hebben na hun arrestatie in voorlopige hechtenis gezeten. Gezien de duur van de voorlopige hechtenis is het opleggen van een gevangenisstraf volgens het hof te ingrijpend.